Heeft u een depressieve stoornis, paniekstoornis, angststoornis of een psychotische stoornis en heeft medicatie te weinig effect of te veel bijwerkingen? Dan vormt farmacogenetica misschien een uitkomst! Aan de hand van uw DNA profiel hopen wij een beter advies te geven over uw medicatie en dosering.
De studie duurt 24 weken, en heeft vier fysieke afspraken. Tijdens deze afspraken worden er vragenlijsten afgenomen. Ook vindt er tijdens twee van de fysieke afspraken een kort lichamelijk onderzoek plaats en nemen we bloed af. Dit bloed gebruiken we om het farmacogenetische DNA profiel te bepalen.
In week 2 wordt u in een groep ingedeeld. Er zijn twee groepen waarbij de ene groep een behandeling krijgt op basis van hun farmacogenetische profiel (de experimentele groep) en de andere groep de standaard behandeling (de controle groep).
Uw huidige behandelaar schrijft de medicatie voor. Tijdens het onderzoek blijft u ook bij deze behandelaar in behandeling.
Aan het eind van de studie zal iedereen uitslag over hun metabolisme (farmacogenetisch profiel) krijgen.
Om mee te doen met deze studie moet u worden verwezen door uw eigen behandelaar (psychiater of huisarts). Meer informatie over wanneer u mee kunt doen leest u hieronder.
Bent of kent u iemand die geschikt is om mee te doen met dit onderzoek? Overleg dan met uw behandelaar over eventuele deelname. Uw behandelaar kan u dan vervolgens hier aanmelden. Voor verdere vragen of twijfels kunt u of uw behandelaar altijd contact met ons opnemen.
Heeft u de studie overlegd met uw behandelaar? Dan kunt uw behandelaar u via de knop hieronder aanmelden.
In dit onderzoeksproject bekijken wij of medicatie voor psychische klachten op een betere manier voorgeschreven kan worden, namelijk met gebruik van genetische informatie ofwel farmacogenetica.
De lever maakt gebruik van bepaalde enzymen die de ingenomen medicatie afbreken. De activiteit van de enzymen wordt bepaald door het DNA. Dit heeft als resultaat dat bij iemand met meer enzym activiteit de medicatie bijvoorbeeld te snel wordt afgebroken, en bij iemand met minder enzym activiteit de medicatie langzamer afgebroken wordt. In het eerste geval heeft een persoon vaak minder effect van het medicijn, en in het tweede geval heeft een persoon vaak meer last van bijwerkingen. Er zijn verschillende enzymen die dit doen voor verschillende soorten medicatie.
Voor bepaalde antidepressiva en antipsychotica weten we welke enzymen dit zijn, namelijk CYP2C19 en CYP2D6. In eerdere onderzoeken hebben we al gezien dat het specifieke DNA van deze enzymen invloed heeft op hoe mensen hun antidepressivum of antipsychoticum ervaren. Het doel van dit onderzoeksproject is dat bekeken wordt of enzym activiteit van CYP2C19 en CYP2D6 gebruikt kan worden medicatie meer op maat voor te schrijven.
In samenwerking met de ADF stichting organiseren we op 21 juni 2023 een thema-avond over gepersonaliseerde medicatie in de psychiatrie.